Wij verwelkomen jou daarom graag bij onze eerste editie van ‘Nederlandse automerken’. Hier zal regelmatig één automerk van Nederlandse bodem aan bod komen. Het Twentse automerk Vencer bijt deze week het spits af. Lees hier het gehele verhaal van de Nederlandse ‘supercarbouwer’.
1. Het succesverhaal van Vencer
Vencer werd opgericht in 2010, waarna twee jaar lang hard gewerkt werd aan het prototype, ergens in een fabriekshal in Twente. Over deze, intern benoemde ‘Number one’, was toentertijd nog niks bekend. Dit veranderde in 2012 toen het Vriezenveense merk liet weten dat Nederland een nieuwe ‘supercar’ zou krijgen, een exclusieve sportwagen met een bijzonder hoog vermogen. In 2013 maakte Vencer op het Top Marques Monaco de ‘Sarthe’ bekend aan het publiek. Niemand minder dan Prins Albert trok het doek af van deze nieuwe Nederlandse speler. Een paar maanden later werd Vencer uitgenodigd bij Salon Privé voor het Britse debuut, waar de Sarthe de prijs ‘Most Sensational Supercar 2013’ in de wacht sleepte. Na een periode van testen en het verwezenlijken van meer dan honderd veranderingen en aanpassingen, werd uiteindelijk in 2015 het productiemodel Vencer Sarthe MY2015 gepresenteerd.
2. Pure supercar
Bedenker en eigenaar Robert Cobben liet zich voor de auto inspireren door Le Mans racers uit de jaren tachtig. De Twentenaar droomde ervan een supercar te ontwikkelen die een ongehinderde en pure rijsensatie teweegbrengt, zo’n zelfde sensatie die Le Mans racers dus ervoeren. Een belangrijke eigenschap van de Sarthe is dan ook het ontbreken van high-tech elektronica. In plaats daarvan kun je de Sarthe karakteriseren als een supercar op zijn puurst, met ongecompliceerde techniek, een laag gewicht en een hoog vermogen. Om het authentieke analoge en mechanische gevoel van rijden te bewerkstelligen, heeft Cobben met zijn team de overbodige geautomatiseerde rij-assistentie geëlimineerd. Puur rijplezier noemen ze dat bij Vencer.
3. Zo snel als het licht
De Vencer Sarthe, voorlopig nog het eerste model van het Vriezenveense merk, is vernoemd naar het Circuit de la Sarthe waar de 24 uur van Le Mans wordt gehouden. In het kloppende hart van de tweezitsauto ligt een 6,3 liter Supercharged-V8, gekoppeld aan een versnellingsbak met zes verzetten. De motor heeft een vermogen van 622 PK, hetgeen garant staat voor een topsnelheid van 338 kilometer per uur.
De sprint van 0 naar 100 kilometer per uur zou in slechts 3,6 seconden afgelegd kunnen worden. De gewichtsverdeling van 45/55 draagt bij aan de optimale rij-ervaring.
Ook het design van de Sarthe is geïnspireerd door Le Mans raceauto’s uit de jaren tachtig. Dit is onder andere terug te zien aan de korte motorkap en een achterkant die abrupt wordt afgebroken.
Voor een authentieke rijervaring zijn bepaalde elektronische hulpmiddelen, zoals het stabilisatiesysteem en een rembekrachtiger, afwezig. Het interieur kenmerkt zich door een digitaal display die alleen de noodzakelijke informatie toont. Voorlopig bouwt Vencer één auto per maand. Dat is een bewuste keuze, want het is een exclusieve supercar voor een kleine, maar toegewijde groep.
4. Een Vencer bemachtigen
De eerste gebouwde Sarthe is klaar om in gereden te worden en heeft de werkplaats reeds verlaten. De supercar is aanvankelijk voor de Europese markt gebouwd, maar wordt ook op andere markten aangeboden. Momenteel is Vencer druk met de uitbreiding van zijn dealernetwerk in Europa en het automerk opende niet lang geleden ook in China een showroom. Amerikanen kunnen helaas niet in de auto rijden, omdat voor de Verenigde Staten specifieke goedkeuringseisen voor nieuwe type auto's gelden. Wil je ook een Vencer Sarthe bemachtigen? Dan moet je wel even diep in de buidel tasten, want de auto wordt voor 270.882 euro exclusief belastingen verkocht. Daarvoor krijg je wel een unieke supercar terug, eentje die je de essentie van het rijden doet ervaren. En niet onbelangrijk: hij is Made in Holland.
