Het lijkt erop dat de autoprijzen hard zijn gestegen. Of is dat wel zo? De waarheid is dat de auto-industrie en de economie veel zijn veranderd in de afgelopen jaren. De prijzen lijken wellicht hoger, maar er zijn een aantal mythes om te ontrafelen.
1. Vroeger toen auto’s nog goedkoper waren
Mythe: In het verleden was een auto een luxe product. Vandaag de dag is dat niet meer zo, maar toch blijven de autoprijzen stijgen.
Waarheid: Auto’s zijn beter geworden en kosten ongeveer hetzelfde als vroeger. Tegenwoordig kunnen meer mensen een auto kopen dan in het verleden.
In 1908 konden mensen de Ford Model T voor 850 dollar kopen, tegenover 2.000 dollar bij de goedkoopste concurrent. Wanneer dit wordt gecorrigeerd met inflatie zou de auto vandaag de dag 18.000 dollar kosten. Dat terwijl het model nog basic is. De auto’s van tegenwoordig zijn veel geavanceerder en ze kosten hetzelfde als een Model T.
2. Autofabrikanten stellen willekeurige prijzen op voor winst
Mythe: Het zou makkelijker moeten zijn om auto’s te maken en daarom goedkoper om ze te kopen. Autofabrikanten komen met willekeurige prijzen om meer winst te maken.
Waarheid: Productieprocessen zijn efficiënter, maar de auto’s zijn anders. Sommige materialen en innovaties komen met prijsfluctuaties.
Iemand zou verwachten dat de productiekosten omlaag gaan doordat productieprocessen efficiënter worden, zodat de uiteindelijke prijs lager is. Echter is het ingewikkelder dan dat. De huidige auto’s hebben nieuwe materialen nodig, de staalprijs gaat omhoog, de meeste elektronica moet geïmporteerd, ontwikkeld of getest worden.
3. Autofabrikanten komen met nieuwe snufjes om hogere prijzen te rechtvaardigen
Mythe: Autofabrikanten komen met nutteloze toevoegingen voor auto’s en mensen betalen uiteindelijk voor onnodige kosten.
Waarheid: De verwachtingen van consumenten zijn veranderd. Tegenwoordig eisen we allerlei soorten nieuwe eigenschappen en we kiezen nadat we ervoor betalen.
Zijn parkeersensoren duur? Dat is wat mensen vroeger zeiden over veiligheidsgordels. Wat op een bepaald moment een luxe voorziening is, wordt in de toekomst wellicht een standaard uitrusting van de auto. Innovatie en design betekent dat bedrijven meer geld uit moeten geven aan de R&D afdelingen. Autofabrikanten moeten in staat zijn om klanten tevreden te houden en succesvol te zijn.
4. Als je een auto neemt zul je veel geld neer moeten leggen
Mythe: Wie een auto wil hebben moet accepteren dat hij of zij er veel geld voor neer moet leggen.
Waarheid: Autofabrikanten bieden verschillende prijsklassen aan. Ook kunnen mensen hun oude auto verkopen en vervolgens een tweedehands auto kopen.
De markt van vandaag heeft meer keuze dan ooit. Je kunt ook een gebruikte auto kopen en je oude verkopen. Het kopen en verkopen van auto’s gaat niet alleen snel, maar is ook gemakkelijk geworden vanwege de vele mogelijkheden.
5. Onderhoud aan auto’s is tegenwoordig een stuk duurder
Mythe: Auto’s zijn veel duurder om te onderhouden. Brandstof, verzekeringen, nieuwe software etc.
De waarheid: De kosten voor reparaties en brandstof zijn gedaald. De kosten die worden gemaakt zorgen er echter ook voor dat de auto op waarde blijft. Ook zijn er mogelijkheden voor belastingverminderingen.
De prijs lijkt hoger, maar auto’s consumeren nu veel efficiënter en de prijs van benzine is duidelijk lager dan in de jaren 70. Er zijn ook elektrische auto’s en hybride auto’s op de weg. Verder zijn er overheidsregelingen waarmee er belastingvoordelen zijn te halen voor milieuvriendelijke auto’s.
Zijn autoprijzen gedaald of gestegen? We betalen meer, maar krijgen er ook meer voor terug. De impact die de kosten van een auto hebben op onze portemonnee zijn afhankelijk van onze levensstijl, onze voorkeuren en de keuzes die wij maken. Wanneer je de kosten voor het laatste model erg hoog vindt, kun je wellicht een gedeelte van de kosten dekken door je oude auto te verkopen. Je kunt beginnen met te checken hoeveel je voor je auto kunt krijgen.
